Terugblik op de studiedag Familie-opstellingen door Bibi Schreuder (Bert Hellinger Instituut)
20 april 2012     
    

Bert Hellinger, de oprichter van het Bert Hellinger Instituut, ontwikkelde de methode van opstellingen die laat zien hoe je fenomenologisch kan kijken binnen systemen. Via opstellingen blijkt het mogelijk te beschrijven hoe krachten in het systeem werken en hoe die ook doorwerken.

In een theoretische onderbouwing zet Bibi onder meer uiteen hoe loyaliteit en vechten opponenten van elkaar zijn en dat er drie krachten aan de orde zijn:

  1. In ieder systeem is ordening, een natuurlijke functie (denk aan kuddes, roofdieren). Ieder heeft hierbij een eigen functie. Als de ordening is dat de docent bepaalt wat er gebeurt, schept het verwarring als een ander dan de docent dat opeens gaat doen; er ontstaat dan verwarring in de ordening.
  2. Het principe van binding (denk aan zwerm vogels). Systemen kennen binding en hebben instinct te zorgen dat je ergens bij hoort. De familie geldt hier als 1e basissysteem. Er bij horen is superinstinct. Als je bijvoorbeeld het gevoel hebt er niet bij te horen, is er in je van alles bezig er toch bij te horen.
  3. Uitwisseling, van nemen en geven. Uitwisseling is continu in beweging; ik geef iets, de ander heeft de neiging iets terug te geven (denk aan loon voor werk). In het algemeen bloeit een relatie als er continu beweging is  tussen nemen en geven; als er niets meer gebeurt, droogt de relatie op. Enkele belangrijke uitzonderingen:
    • Ouders geven het leven aan kinderen, kinderen kunnen dat nooit teruggeven, tóch denken kinderen vaak dat ze iets terug moeten doen
    • Leraar-leerling; leerling geeft om ontwikkeling te geven, kan alleen dan verder groeien. Zodra het gevoel is dat de leerling iets terug moet doen voor zijn meester, houdt de ontwikkeling op.

In deze maatschappij is geven vaak een voorwaarde tot iets anders (je krijgt een snoepje als je dit of dat doet). Dit nodigt uit tot niet werkelijk te nemen. Het zou moeten gaan om te nemen zonder het gevoel te hebben iets terug te moeten geven. Ontvangen is hierbij niet helemaal werkelijk durven nemen. Het leven begint met nemen, dan pas begint het geven. Als er geen toeging is tot een bron, kan geven enorm moeilijk worden. Het was Calvijn die zei dat het slecht is voor jezelf te nemen, dit denken zit erg in Nederlandse cultuur. Veel tot je nemen wat niet werkelijk over basale levensbehoeften gaat, nemen wat er te nemen is.

“Hellinger heeft het voorts over verschillende gewetens”, aldus Bibi: “zonder oordelen als dat wat geweten wordt. Als je onderdeel bent van systeem, heb je ook info over dat systeem. Je weet veel informatie over je familie zonder dat die ooit verteld is; dit zit in het systeem. Hellinger spreekt over het persoonlijk geweten, het collectief geweten en ‘Geist’, een domein van scheppende kracht van het leven dat verder gaat dan goed/slecht.”

De kracht van opstellingen, zo zal bij de feitelijke opstellingen later ook blijken, is dat informatie die in het systeem zit, zichtbaar wordt. In een opstelling kan bijvoorbeeld zichtbaar worden dat iets of iemand wat buitengesloten wordt, er wel degelijk bij hoort. Er wordt waargenomen zonder oordeel. Binnen een opstelling wordt gebruik gemaakt van het representatieve vermogen van lichamen en wordt zichtbaar dat een systeem altijd verbanden heeft met elkaar. Als je een opstelling en systemisch denken samen gebruikt, kan je veel zicht krijgen op hoe systemen werken. Een opstelling kan echter ook geheel los van familieverbanden gebruikt worden.

Bibi benadrukt dat het belangrijk is je te realiseren dat als je van je eigen systeem iets niet kan nemen zoals het is, dat de cliënt zich niet veilig zal voelen bij jou. Als een hulpverlener zelf een groot verdriet niet kan nemen, de cliënt in de gaten van het systeem springen kan. Bibi laat middels enkele demonstraties met koffiekopjes een aantal (doorgaans onbewuste) fenomenen zien in ouder-kind relaties.

Aan de orde stelt Bibi ook de kritiek op Hellinger. Bijvoorbeeld: “Het kind doet iets als liefde voor het systeem. Incest kan begrepen worden vanuit de theorie omtrent familieopstellingen, kijkend naar de gedachten van het kind. Vanuit lineair denken kijken naar wat er gezegd wordt, maakt soms grote misverstanden.

Na het theoriegedeelte wordt er gewerkt met een aantal feitelijke opstellingen middels casussen van deelnemers in de beroepspraktijk, waarbij uitgangspunt is de eigen positie als hulpverlener en het probleem, ofwel het supervisievraagstuk waar je tegenaan loopt. De zogenaamde consultatieopstelling. Gaandeweg komen een aantal zaken aan de orde:

  1. je neemt veel waar, de kunst is de opstelling zo weinig complex te maken dat je nog kan waarnemen wat er gebeurt; dit waarnemen is een eindeloos gebeuren
  2. het einde van een opstelling is het begin van een proces
  3. het is van groot belang goed uit de representantenrol te gaan om weer los te komen van alle energie van de betreffende persoon
Met zowel een theoretisch- als oefengedeelte kan teruggekeken worden op een inspirerende studiedag waarin Bibi haar leergierige publiek mee wist te nemen in de wereld van opstellingen. Ook nu weer een dag in ontspannen sfeer met ruimte voor collegiale ontmoetingen en inhoudelijke verdieping binnen het systeemtherapeutisch denken. 

Saskia Paffen
8 mei 2012

www.tencsysteemtherapie.nl