verslag kwartaalbijeenkomst 10 november 2014

verslag van maandagavond 10 november 2014:
Filosofie over identiteit en ontmoeting, het gedachtegoed van Levinas door Jan Flameling

Jan Flameling, zelf filosoof, verteld deze avond vol passie over de filosoof die zijn beeld op het leven heeft veranderd. Levinas, een Frans-Joodse filosoof uit Litouwen (1906-1995).

Om het gedachtegoed van Levinas te kunnen plaatsen in de tijd en te kunnen begrijpen waar zijn gedachtegoed een reactie op was, zijn we eerst mee genomen terug in de tijd langs andere belangrijke filosofen uit de Westerse filosofie. Hoe dachten zij over ‘het zelf’?

We begonnen in de oudheid waar de Griekse filosoof Aristoteles ‘het zelf’ beschreef als een lichaam met vermogens om te overleven. Hierbij ging het niet om het individu, ‘het zelf’ werd gezien als een gemeenschapswezen. Het gemeenschapswezen zette zich in om de stadsstaat te redden en daarmee de overleving van de gemeenschap.

Descartes (1596-1650) beschreef ‘ik’ als een wezen dat denkt. Hiermee werd het lichaam losgelaten en werd ‘het zelf’ als een geest gezien. Er was geen ruimte voor gevoel, alleen het denken was van belang.

Heidegger (1889-1976) heeft een denken ontwikkelen over ‘Er Zijn’. In verbinding zijn, zowel met de aarde als met de medemens. Iedereen telt mee. Hoe betrokken voel jij je?

Ook zijn we door Jan Flameling mee genomen in de ethiek.

Kant (1724-1804) zag de mens als een rationeel autonoom subject. De reden had hier de overhand. Doen wat je behoort te doen.

Mill (1806-1873) bracht een tegenbeweging door de mens te zien als individu met ‘social feeling’. Het schadebeginsel was belangrijk, je mag jezelf ontplooien, mits je anderen niet schaad. Gevoel was erg belangrijk om ethisch te handelen.

Maar hoe zit het nu met het gedachtegoed van Levinas? Hij heeft kritiek geuit op de ethiek tot zo ver. Hij heeft het gevoel gehad dat het niets gebracht heeft. Er heeft zelf zoiets verschrikkelijks als een WOII kunnen ontstaan. Hij zag het als een missie om dit nooit meer te laten gebeuren.

In zijn (onleesbare boeken) verondersteld Levinas dat het leven is gericht op genieting. De mens heeft een gevoeligheid voor lijden, daarmee wil de mens voorkomen dat hij lijd. Echter is de mens ook in staat tot plaats vervangend lijden, daarom wil de mens niet dat de ander lijd. Hier zit ook het ethisch denken in. Kun je de ander ontmoeten in het menselijk gelaat? Kun je echt luisteren naar iemand? Kun je aanvoelen wat de ander nodig heeft? Levinas stelt dat er een verschil is tussen jou en mij. De Ander hoger is dan het ik. De Ander staat dichterbij God. De Ander is het uitgangspunt.

Jan Flameling stelt de vraag of je kunt leren luisteren. Vanuit de neuro(bio)logie word gesteld dat wij onze hersencapaciteit kunnen trainen, zo ook onze compassie. In de oosterse filosofie gebruiken ze medicatie om de hersens te trainen. De vraag aan de zaal werd gesteld of het mediteren ook zou kunnen helpen om beter te luisteren naar de ander. Positieve ervaringen kwamen er uit de zaal. Bijvoorbeeld dat als er meer rust in jezelf is, er ook ruimte kan zijn voor de ander.

De koppeling werd naar de praktijk gemaakt. Wat kunnen wij als therapeuten/hulpverleners met het gedachtegoed van Levinas? Al snel werd de conclusie getrokken dat wij juist onze

cliënten/patiënten willen ontmoeten door echt te luisteren. Wat is de vraag achter de vraag? Daarbij blijft het de kunst om, zoals in de narratieve stroming beschreven is, ‘not knowing’ te zijn. Kun je zonder oordeel een ander tegemoet treden?