verslag kwartaalbijeenkomst 14 november 2016

Stoeien tussen vaders en kinderen                                                                                14 november 2016

Door Gerald Riedstra, psychomotorisch therapeut bij SEIN en docent op hogeschool Windesheim

Een mooi thema vanavond, iets wat nog niet zo vaak onder de aandacht is geweest. De rol van vaders bij de opvoeding van hun kinderen. Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van de moeder en het beeld is dat zij van groot belang zijn bij de hechting en veiligheid van kinderen. Maar vaders zijn hiermee een beetje onderbelicht geraakt en Gerald geeft een enthousiast pleidooi over het belang van de vaders bij de ontwikkeling van kinderen.

Gerald valt op dat in het werken met gezinnen hij regelmatig vaders ziet die in hun angst zitten. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die angst vaak overnemen van hun vader. Angst gaat in je lijf zitten en daarom pleit Gerald ervoor om dat fysieke stuk weer aan te spreken. Hij doet dat middels stoeien. Stoeien gaat over samen, elkaar aanraken en voelen, vastpakken en vastgepakt worden, de kracht van jezelf en de ander, zelf in balans proberen te blijven en de ander uit balans halen en grenzen verkennen en verleggen.

Deze avond mogen we zelf ook voelen hoe het is om met deze ingrediënten van stoeien aan de slag te gaan. Middels oefeningen als elkaar in balans houden als je op een been staat, handjeklap waarbij je elkaar juist uit balans moet halen en een begrenzingsoefening, waarbij je bij jezelf en de ander voelt waar de grens ligt in op eigen benen staan en eraf vallen, ervaren we zelf wat het met ons lijf en geest doet om fysiek met elkaar in contact te zijn. Tegelijkertijd zegt het ook iets over hoe goed je verbonden bent met jezelf en de ander.

Stoeien is iets wat in onze natuur zit, jonge dieren doen het ook. Bij kinderen ontwikkeld dit vanaf een jaar of vier/vijf. In de periode van drie tot zes jaar ontwikkeld tevens de frontaalkwab zich bij kinderen die zorgt voor zelfregulatie en emotie. Het blijkt uit onderzoek dat vaders een positieve bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van deze vaardigheden. Doordat vaders middels fysiek spel meer de grenzen opzoeken en kracht exploreren krijgen kinderen meer zelfvertrouwen en lichaamsbesef. Het helpt bij het creëren van een reëel zelfbeeld en het draagt bij aan de ontwikkeling van autonomie en een gezonde agressieregulatie.

Maar ook buiten het stoeien om is een positieve bijdrage van vaders van belang! Een vroeger vader-kind interactie draait bij aan de cognitieve ontwikkeling van opgroeiende kinderen. Een warme en veilige hechting tussen vaders en kinderen helpt ook bij het succesvol contact leggen met leeftijdsgenootjes en leid tot minder externaliserend gedrag. Aan de andere kant blijkt dat een slechte relatie met vaders kan leiden tot agressie bij kinderen en een dominante vader tot verminderde sociale vaardigheden.

Niet al het stoeien is hetzelfde, er is wel een bepaalde kwaliteit van stoeien nodig om een positieve bijdrage te leveren. Daar heeft Gerald onderzoek naar gedaan. De kwaliteiten waar hij op onderzocht heeft zijn: warmte/sensitiviteit, uitdagingen en risico’s nemen, fysieke verbondenheid, spelplezier, begrenzing, dominantie en winst/verlies. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer positieve invloed op zelfregulatie en verminderde kans op probleemgedrag bij kinderen.

De conclusie van deze avond is dat waar moeders veiligheid en warmte bieden vanuit een verzorgende rol, vaders juist de veiligheid in kinderen zelf kunnen aanboren door in een veilige context kinderen uit te dagen en te stimuleren. Een mooie complementaire samenwerking tussen vaders en moeders!